Het Lantaarntje heeft, net als de Tengere Grasjuffer, ruitvormige en meestal tweekleurige pterostigmata en ronde achterhoofdsvlekken.
Bij het Lantaarntje is het achterlijf geheel zwart op S8 na, wat blauw kan zijn, of bij een deel van de vrouwtjes bruin, of tegen het zwarte aan.
Vrouwtjes zeer variabel, en er worden 5 vormen onderscheiden (2 jeugd- en 3 volwassen vormen):
andromorf | gynomorf 1 | gynomorf 2 | |
---|---|---|---|
schouderstreep | breed | breed | smal / afwezig |
jeugdvorm | violacea | violacea | rufescens |
kleur borststuk | paars | paars | roze / oranje |
kleur S8 | blauw | donker | donker |
volwassen vorm | typica | infuscans | infuscans-obsoleta |
kleur borststuk | groen / groenblauw | groen / olijfgeel | bruingrijs / oranjegeel |
kleur S8 | blauw | donker | donker |
Zeer algemeen bij allerlei wateren.
Noord-Nederland: | Zeer algemeen. |
---|---|
Nederland: | Zeer algemeen. |
Vliegtijd: | mei tot september. |
Bij bijna alle wateren, mits niet te zuur. Zelfs bij brak, sterk voedselrijk of verontreinigd water.