Meestal makkelijk te herkennen rode juffer, met zwarte poten en pterostigma (i.t.t. Koraaljuffer). Achterhoofdvlekken zijn nooit aanwezig. Schouderstrepen goed ontwikkeld.
Mannetjes zijn op S2 - S6 geheel rood, S7 - S9 zijn zwart, met een rode ring achterop.
Vrouwtjes komen voor in 3 vormen, een andromorfe vorm,
fulvipes, met de achterrand van S6, geheel S7 en het overgrote deel van S8 zwart. Daarnaast de gynomorfe vorm
typicum met geheel zwarte S6 - S8.
Ook
compleet (of nagenoeg compleet) zwarte vrouwtjes komen voor (maar wellicht niet in Nederland): forma melanotum. Deze kunnen dan makkelijk met vrouwtjes van de roodoogjuffers verward worden, maar de tekening op de zijkant van het borststuk is geheel anders.
Algemene voorjaarssoort.
Noord-Nederland: | Algemeen |
---|---|
Nederland: | Algemeen op zandgronden |
Vliegtijd: | April tot juli |
Stilstaand tot zwakstromend water, veel in bosgebieden, maar ook in tuinvijvers e.d. Zeer algemeen bij vennen en hoogveen.