Grote glazenmaker met opvallend grote schoudervlekken (breder dan de ruimte er tussen), mozaiektekening op het achterlijf, waarbij de vlekken op S9 en op S10 samenvloeien tot 2 banden (uniek kenmerk). De tekening op zowel de zijkant van het borststuk als op S2 zijn kenmerkend. De vlekken bij volwassen mannetjes zijn groen op het borststuk en bovenop S1-S7 en blauw op S8-S10, bij volwassen vrouwtjes groen, en bij jonge dieren geel of grijs. De ogen van vrouwtjes en jonge dieren zijn bruin, van volwassen mannetjes meer kleurig met vlekken en blauw. Vgl. ook Groene Glazenmaker
Algemeen en ook in steden.
Noord-Nederland: | Algemeen. |
---|---|
Nederland: | Algemeen. |
Vliegtijd: | juni tot september. |
Kleine plasjes en poeltjes (ook tuinvijvers), zit vaak ver van voortplantingswater, bij voorkeur langs bosranden.