Beekoeverlibel - Orthetrum coerulescens
(Fabricius, 1798)

Kenmerken:

De Zuidelijke en de Beekoeverlibel hebben vleugels zonder zwart aan de basis, met minimaal 9 voorrandsaders (antenodalen), en pterostigmata die geel of bruin zijn. Volwassen mannetjes hebben een bijna geheel blauw berijpt achterlijf, vrouwtjes en jonge dieren zijn (geel)bruin met een smalle lengtestreep, geflankeerd door streepjes of stipjes (vgl. ook Gewone Oeverlibel)

Daarnaast verschillen Beekoeverlibel en Zuidelijke Oeverlibel op de volgende punten:

• Geen berijping op het borststuk
• De pterostigmata zijn langer dan bij de Zuidelijke Oeverlibel en geel.
• Het voorhoofd is bruinig tot grijzig (niet wit).
• Kleiner met tengerder achterlijf, met dwarsstreepjes erop.
• Daarnaast is er een verschil in de vleugeladering. Zie hiervoor de veldgidsen (alle vleugels checken!)

Beekoeverlibellen in het middellandse zee gebied behoren vaak tot de ondersoort anceps en kunnen sterk van de midden europese verschillen. Zie de foto's.

Voorkomen:

Zeldzame soort van kleine beekjes.

Biotoop:

Smalle ondiepe beekjes met kwel..

Beekoeverlibel in de Achterhoek